Grotere rol voor herstelcentra in nieuw zorgakkoord

Eind vorig jaar is het Integraal Zorgakkoord (IZA) ondertekend. Dit akkoord bevat afspraken over hoe het zorgdomein er de komende jaren uit moet komen te zien. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de eerstelijns ggz en herstel- en zelfregiecentra.

Een van de doelstellingen van het IZA is om de groei in de tweedelijns ggz terug te dringen. Het aantal mensen dat een beroep doet op die specialistische tweede lijn, neemt al jaren toe. Met vaak  lange wachtlijsten tot gevolg. In het IZA is daarom afgesproken dat een groter beroep moet worden gedaan op de eerstelijns zorg – zoals praktijkondersteuners GGZ – voordat cliënten naar de ggz worden doorverwezen.

Ook is hierbij een grotere rol weggelegd voor herstelcentra en cliëntenorganisaties. Vaak kunnen zij mensen met psychische klachten ook (tijdelijk) ondersteunen met lotgenotengroepen en hersteltrainingen. De betrokken partijen bij het IZA hopen dat met het promoten van dergelijke centra de instroom in de ggz ook beperkt kan worden.

Belangenorganisatie MIND is een van de partijen die het IZA niet ondertekend heeft. Een van de redenen hiervoor was dat ggz-cliënten niet langer de zorg volledig vergoed krijgen van ggz-instellingen waar hun verzekeraar geen contract mee heeft. Een andere reden is dat MIND vindt dat de financiering van ervaringsdeskundigen nog niet goed genoeg is geregeld in het akkoord.

Een van de belangrijkste doelstellingen van het IZA is dat de wachttijd voor zorgbehandelingen eind 2026 is teruggebracht tot vijf weken. Nu geldt nog dat de behandeling binnen 14 weken moet worden gestart.

Reageer op dit artikel

Scroll naar boven